"Voor zeer persoonlijke dienstverlening aan zelfstandige ondernemers, vrije beroepsbeoefenaren, verenigingen, stichtingen en particulieren."
Lid van het Register Belastingadviseurs.
Tips en Adviezen in 2003 t/m 2006
Verkoop uw afgewaardeerde TBS-vordering!
Heeft u, directeur-grootaandeelhouder, een vordering op uw BV en kan die BV die schuld niet overeenkomstig de gemaakte afspraken aflossen, bijv. omdat de BV verliesgevend is?
Dan kunt u die vordering afwaarderen ten laste van uw inkomen in box 1. De vordering op uw BV valt onder de terbeschikkingstellingregeling (TBS) - een onderdeel van de bron "resultaat uit overige werkzaamheden" - en voor de vaststelling van het belastbare resultaat kunt u, globaal gezegd, de regels voor de fiscale winstbepaling toepassen. Dat houdt in dat u uw onvolwaardige vordering kunt afwaarderen, van de nominale waarde tot op de werkelijke waarde. Het verlies dat daardoor ontstaat kunt u verrekenen met uw andere inkomsten in box 1, bijv. uw salaris uit de BV. Dat kan u een belastingbesparing opleveren van maar liefst 52% over het bedrag van de afwaardering!
Verkoop uw afgewaardeerde TBS-vordering
Verwacht u dat de BV in de toekomst weer beter zal gaan draaien, dan doet u er verstandig aan de afgewaardeerde TBS-vordering op de BV (hierna BV-1) voor de werkelijk - lage - waarde te verkopen aan een andere BV van u, bijv. uw holding-BV (hierna BV-2).
Als u de vordering op BV-1 zelf aanhoudt, en die BV gaat weer winst maken, dan stijgt de vordering weer in waarde, en die waardestijging moet u - te zijner tijd - in box 1 aangeven. Dat kost u dan maximaal 52% belasting: u moet het eerder behaalde belastingvoordeel op de afwaardering van de vordering weer volledig inleveren. U kunt dat voorkomen door de afgewaardeerde vordering op BV-1 te verkopen aan BV-2. Bij die opzet realiseert u de toekomstige waardestijging op de aandelen in BV-2, in box 2 derhalve. En dat kost - te zijner tijd - 25% belasting, beduidend minder dan de 52% ingeval u de vordering zelf zou hebben aangehouden.
Aangekondigde wetswijziging
Verkoop van een afgewaardeerde TBS-vordering kan onder de huidige wetgeving zonder fiscale problemen plaatsvinden. Maar dat zal niet lang meer duren: er is een wetsontwerp bij de Tweede Kamer ingediend waarbij de omzetting van een afgewaardeerde TBS-vordering in aandelenkapitaal (en mogelijk ook de verkoop) door de DGA direct tot winstneming leidt in box 1, en wel tot het bedrag van de eerdere afwaardering op de vordering. Over die winst is de DGA in beginsel direct (maximaal 52%) inkomstenbelasting verschuldigd. Het wetsontwerp biedt weliswaar de mogelijkheid van een gefaseerde belastingheffing - door het vormen van een opwaarderingsreserve - maar u kunt veel beter de huidige wettelijke regeling benutten en zo de verplichte winstneming met de bijbehorende belastingheffing in box 1 vermijden.
Of omzetten in aandelenkapitaal?
Vanzelfsprekend kunt u de afgewaardeerde vordering op uw BV ook overdragen aan de BV zelf, tegen een koopsom of tegen uitreiking van aandelen. Bij beide varianten gaat de schuld teniet, door vermenging dan wel door de omzetting in aandelenkapitaal. Dat heeft tot gevolg dat de BV - aannemende dat die in Nederland is gevestigd - direct winst moet nemen en wel tot het verschil tussen de nominale waarde van de schuld (aan u) en de werkelijke waarde van de tegenhanger van die schuld, uw afgewaardeerde TBS-vordering. Die winst in de BV zal meestal niet tot direct tot belastingheffing leiden, omdat de BV die winst kan verrekenen met de eerder geleden verliezen. Maar als de BV in de toekomst weer beter gaat draaien, is er geen of minder te verrekenen verlies!
Bij verkoop van de afgewaardeerde vordering (op BV-1) aan een andere BV doet zich de verplichte winstneming in BV-1 niet voor: de schuld blijft dan immers als zodanig in stand. BV-1 hoeft haar compensabele verliezen niet in te leveren; zij kan die onverkort verrekenen met latere winsten. De BV die de vordering overneemt (BV-2) kan die vordering tot in lengte van jaren blijven activeren voor de kostprijs, het bedrag dat zij voor de vordering heeft betaald. Ook als BV-1 weer goed draait en volop winstgevend is, en de vordering van BV-2 op BV-1 zodoende fors in waarde is gestegen, kan winstneming bij BV-2 achterwege blijven. Daadwerkelijke belastingheffing is pas aan de orde als BV-2 haar vordering op BV-1 in contanten incasseert, ofwel die vordering verkoopt. Dat uitstel van belastingheffing kan een flink rentevoordeel opleveren.
Disclaimer
Hoewel bij het samenstellen van de inhoud van deze site de uiterste zorg is nagestreefd, wordt iedere aansprakelijkheid uitgesloten voor onjuistheden, onvolledigheden en eventuele gevolgen van het handelen op grond van informatie die op of via deze site (links) beschikbaar is.
Although at composing the contents of this site the extreme care has been pursued, every liability is excluded for inadequacies, incompletions and possible impact of acting on the basis of information which is on or by means of this site (links) available.