"Voor zeer persoonlijke dienstverlening aan zelfstandige ondernemers, vrije beroepsbeoefenaren, verenigingen, stichtingen en particulieren."
Lid van het Register Belastingadviseurs.
Nieuwsbrief februari 2016
De zakelijke auto niet privé gebruiken
Denk aan een sluitende rittenregistratie! Wanneer een werknemer de zakelijke auto niet voor privédoeleinden wil gebruiken, is er de mogelijkheid om bij de Belastingdienst een 'Verklaring geen privégebruik auto' aan te vragen. Met deze verklaring moet de werknemer bewijzen dat er op kalenderjaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé is gereden. De meest gebruikte manier om dit bewijs te leveren is het bijhouden van een rittenregistratie.
In de praktijk is het bijhouden van een sluitende rittenregistratie de enige manier om het bewijs te leveren dat er maximaal 500 privékilometers met de auto van de zaak is gereden. In de rittenregis-tratie moeten in ieder geval de volgende gegevens worden opgenomen:
- Het merk, het type en het kenteken van de auto
- De periode waarin de auto beschikbaar is geweest
- Per rit:
- de datum
- de begin- en eindstand van de kilometerteller
- het adres van vertrek en aankomst\
- de gereden route als deze afwijkt van meest gebruikelijke route
- het karakter van de rit (privé of zakelijk)
- de privé-omrijkilometers bij een rit met zakelijke en privékilometers
Strenge eisen aan bewijs
De Belastingdienst stelt strenge eisen aan het bewijs dat u moet leveren. Een aannemelijk verhaal is nog geen bewijs.
Voorbeeld
Bij het controleren van een rittenregistratie blijkt dat een aantal ritten ontbreekt. De werknemer komt met een verklaring en ondersteunt deze met documenten, zoals agenda’s, werkbonnen en facturen. Bovendien gebruikt hij een eigen auto voor privéritten. Toch beslist de rechter dat de kilometerstanden in de rittenregistratie niet kunnen kloppen, omdat een aantal ritten ontbreekt. De rittenregistratie kan dan niet meer als bewijs dienen.
Bekijk in dit PDF-document hoe een goede rittenregistratie eruit ziet.
Keurmerk
Er kan eventueel ook voor een rittenregistratiesysteem met keurmerk worden gekozen. Dit systeem plaatst u in uw auto en biedt de zekerheid van een sluitende ritadministratie voor de gebruiker (werknemer, werkgever of ondernemer) en voorkomt discussies met de Belastingdienst over de juistheid en volledigheid van de rittenadministratie. Alleen het zakelijke karakter van de ritten moet, desgevraagd, nog aangetoond worden. De privacy van privéritten wordt binnen het keurmerk gerespecteerd.
Voor meer informatie over ritregistratiesystemen kunt u kijken op: www.keurmerkritregistratiesystemen.nl.
Terug naar boven | Terug naar Nieuws
Hoe zit het met de btw als uw klant niet komt opdagen?
Op de vraag of btw verschuldigd is over betalingen bij ‘no shows’ is een uitspraak gedaan door het Europese Hof van Justitie. Mogelijk heeft dit gevolgen voor de vraag of ondernemers uit sectoren zoals hotels, restaurants en reisorganisaties (een deel van) de betaalde prijs mogen houden wanneer een particuliere klant niet komt opdagen.
De recentelijke uitspraak van het Europese Hof wijkt af van een eerdere uitspraak in een zaak. Hoewel beide zaken overeenkomsten vertonen zijn er toch belangrijke verschillen op grond waarvan in de recente Air France-KLM zaak wel btw is verschuldigd over betalingen bij no shows. In de eerdere zaak van Société Thermale d’Eugénie-les-Bains, een hotelexploitant, is dat niet het geval.
Dit heeft er mee te maken dat in de Air France-KLM zaak geen sprake is van een schadevergoeding, terwijl dit bij Société Thermale d’Eugénie-les-Bains wel het geval was. Het is daarbij van belang te realiseren dat slechts sprake is van een belang bij de verkoop aan particulieren, omdat de onder-nemer dan een btw-voordeel behaalt. Bij de verkoop aan ondernemers wordt namelijk in het geval
van annulering een creditfactuur opgesteld waardoor de btw wordt terugbetaald aan de afnemer.
Gehele aankoopbedrag versus voorschot
De betaling bij no shows in de Air France-KLM zaak bestaat uit het gehele aankoopbedrag voor de prestatie en in de zaak van Société Thermale d’Eugénie-les-Bains slechts uit een voorschot. De luchtvaartmaatschappij lijdt dus geen schade door het niet komen opdagen van de passagier aangezien de passagier reeds het gehele aankoopbedrag van het vliegticket heeft betaald. De stelling van de luchtvaartmaatschappij dat sprake is van een onbelastbare schadevergoeding als gevolg waarvan over de reeds ontvangen vergoeding bij een no show geen btw is verschuldigd, gaat dus niet op.
Contractuele afspraken
Daarnaast werd door de luchtvaartmaatschappij het recht voorbehouden om de niet-benutte dienst door te verkopen aan een andere passagier, zonder dat zij verplicht is de prijs ervan terug te betalen aan de oorspronkelijke passagier. Aangezien hieruit volgt dat de luchtvaartmaatschappij geen schade lijdt, kan niet worden gesteld dat de reeds ontvangen vergoeding van de reiziger gezien moet worden als een schadevergoeding aan de luchtvaartmaatschappij over de reeds ontvangen vergoeding van de reiziger, bij een no show is alleen geen btw verschuldigd als er sprake is van een schadevergoeding.
Contractuele afspraken kunnen dus van belang zijn bij de vraag of mogelijk sprake is van een onbe-lastbare schadevergoeding waardoor over de reeds ontvangen vergoedingen bij no shows geen btw is verschuldigd.
Prijsgeven van rechten
Een ander verschil is gelegen in het feit dat de passagier bij de luchtvaartmaatschappij zijn recht op vervoer niet heeft prijsgegeven. Het recht op overnachting is wel prijsgegeven door middel van de annulering. In dat geval staat de betaling niet meer in rechtstreeks verband met een prestatie.
Terug naar boven | Terug naar Nieuws
Handreiking voor voorgelegde overeenkomst arbeidsrelaties
Hoe beoordeelt de Belastingdienst of een voorgelegde overeenkomst arbeidsrelaties voor een opdrachtgever gevolgen heeft voor de loonheffingen? De Belastingdienst heeft hiervoor speciaal de handreiking beoordelingskader DBA (deregulering beoordeling arbeidsrelaties) uitgebracht.
Per 1 mei 2016 vervalt definitief de VAR (Verklaring Arbeidsrelatie). Voortaan kunt u werken met vooraf door de Belastingdienst goedgekeurde model- en voorbeeldovereenkomsten. Wordt daadwerkelijk volgens een dergelijke overeenkomst gewerkt, dan heeft u als opdrachtgever de zekerheid vooraf dat u geen loonheffingen hoeft in te houden en te betalen.
Wilt u geen gebruik maken van een model- of voorbeeldovereenkomst, maar wel de zekerheid vooraf hebben, dan kunt u ook een eigen overeenkomst aan de Belastingdienst voorleggen. De nu uitgebrachte Handreiking DBA bevat de kaders die de Belastingdienst gebruikt bij het beoordelen van voorgelegde overeenkomsten.
Vier stappen van beoordeling
Aan de hand van de volgende vier 'stappen' in de Handreiking beoordeelt de Belastingdienst of de voorgelegde overeenkomst de elementen vertoont van een arbeidsovereenkomst. In dat geval heeft de overeenkomst namelijk gevolgen voor de loonheffingen:
- Stap 1: beoordelen gezagsverhouding
- Stap 2: beoordelen persoonlijke verplichting tot het verrichten van arbeid
- Stap 3: beoordelen verplichting om loon te betalen
- Stap 4: fictieve dienstbetrekkingen en de gageregeling
Eind maart / begin april zullen alle VAR-houders een brief ontvangen van de Belastingdienst over de invoering DBA.
Terug naar boven | Terug naar Nieuws
Bedrijfsopvolgingsregeling voor familiebedrijven
U kunt als ondernemer of opvolger van een familiebedrijf ruim 36% aan belastinguitstel en -besparing realiseren. Zowel bij erven en schenken van een onderneming kan er namelijk gebruik worden gemaakt van de bedrijfsopvolgingsregeling.
De bedrijfsopvolgingsregeling, ook wel BOR genaamd, komen we tegen in de Successiewet. De opvolger kan bij erven of het geschonken krijgen van een onderneming (of aandelen in een onderneming) een beroep doen op de BOR. De waarde van de onderneming tot € 1.060.298 is dan volledig vrijgesteld. Daarboven is een vrijstelling van toepassing van 83%. Boven de € 1.060.298 is dus 17% van de waarde belast voor de schenk- of erfbelasting. Uitgaande van het maximale tarief van 20% (Tariefgroep 1: echtgenoot en kinderen), bedraagt de belastingdruk voor de schenk- of erfbelasting slechts 3,4%.
Kan er geen BOR worden toegepast, dan is door een gecombineerde belastingdruk van inkomstenbelasting en erf- of schenkbelasting maar liefst 40% belasting verschuldigd. Al met al kan men dus ruim 36% belasting uitstellen en besparen bij het toepassen van de BOR.
Voorwaarden
Om de faciliteiten van de BOR te krijgen, moet sprake zijn van ondernemingsvermogen. Er mag dus geen sprake zijn van beleggingsvermogen. Bij vastgoed-bv's kan er nog wel eens een discussie met de Belastingdienst ontstaan.
Een andere voorwaarde is dat bij erven de onderneming minimaal 1 jaar bij de erflater in bezit moet zijn. Vervolgens moeten de opvolger/ erfgenaam de onderneming minimaal 5 jaar voortzetten.
Let op!
In de praktijk is het dus belangrijk dat ook de beoogd opvolger binnen het familiebedrijf de aandelen erft. Dit kan bijvoorbeeld door het in het testament opnemen van een legaat.
Dat ligt anders bij schenken. De schenker moet de onderneming reeds 5 jaar in bezit hebben en de begiftigde moet de onderneming minimaal 5 jaar voortzetten. Daarnaast dient de begiftigde voor de doorschuiving van de inkomstenbelastingclaim minimaal 36 maanden in dienst te zijn bij de onderneming. Wordt achteraf niet aan deze voorwaarden voldaan, dan wordt de vrijstelling alsnog teruggedraaid.
Tip:
De vrijstelling in de Successiewet kan worden toegepast bij het schenken of erven van een onderneming. Wellicht is het voor het familiebedrijf mogelijk en tevens interessant om de onderneming tijdens leven te schenken. Dit kan veel belasting schelen.
Terug naar boven | Terug naar Nieuws
Nieuwsberichten
Einde discussie over 150 km-grens
De discussie over de 150 km-grens in de 30%-regeling lijkt beslecht. Onlangs besliste de Hoge Raad namelijk dat deze grens geen inbreuk vormt op het vrije werknemersverkeer. Sinds 1 januari 2012 is de 30%-regeling voor ingekomen werknemers fors gewijzigd. Een van die wijzigingen betreft de 150 km-grens. Door die grens geldt de 30%-regeling kort gezegd alleen als de ingekomen werknemer in de 24 maanden vóór zijn eerste werkdag in Nederland langer dan 16 maanden op een afstand van meer dan 150 kilometer van de Nederlandse grens woonde. Door de invoering van de 150 km-grens komen werknemers uit het grensgebied zoals België, Luxemburg, Noord-Frankrijk en een deel van Duitsland niet meer in aanmerking voor de 30%-regeling. Sinds de invoering van het 150-kilometer-criterium staat deze grens al ter discussie. Aan die discussie lijkt nu vooralsnog een einde gekomen.
Transitievergoeding bij doorstart
Een doorstartende werkgever moet er in het kader van opvolgend werkgeverschap rekening mee houden dat als hij werknemers overneemt uit een failliete boedel, ook alle dienstjaren van voor het faillissement mee overgaan. Dit heeft de kantonrechter in Arnhem begin dit jaar bepaald. Onduidelijk was tot dusverre of er ook sprake is van opvolgend werkgeverschap bij een doorstart na een faillisse-ment en overname van personeel van de failliet verklaarde onderneming. De kantonrechter is van mening van wel. Dit op grond van het opvolgend werkgeverschap waardoor de dienstjaren die voor het faillissement zijn opgebouwd, mee overgaan naar de doorstartende werkgever. Als die vervolgens overgaat tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst dan is hij wel een transitievergoeding verschuldigd over alle voorafgaande dienstjaren.
Corrigeer uw btw-aangifte vóór 1 april 2016
Hebt u over 2015 te weinig btw aangegeven? Geef de btw dan alsnog aan met een suppletieformulier omzetbelasting. Doet u dat voor 1 april 2016, dan betaalt u geen belastingrente. Betaal de aangege-ven btw nog niet, maar wacht op de naheffingsaanslag omzetbelasting. Een correctie van € 1.000 of minder kunt u ook in uw eerstvolgende aangifte verwerken.
Als bij het opmaken van de jaarstukken 2015 blijkt dat u over 2015 te weinig btw hebt betaald, moet u dit corrigeren. Doet u dit vóór 1 april 2016 dan betaalt u geen belastingrente. Corrigeren kan met een suppletie btw. Doet u de btw-suppletie over 2015 na 31 maart 2016? Dan wordt de belastingrente berekend vanaf 1 januari 2016. Op dit moment bedraagt de belastingrente 4% op jaarbasis. Bedraagt de correctie € 1000 of minder dan kunt u de correctie ook verwerken in uw eerstvolgende aangifte. Ook al dient u de suppletie btw in, toch kunt u een verzuimboete krijgen van 5% van het btw-bedrag dat u moet betalen. De verzuimboete bedraagt maximaal € 5.278. U krijgt de boete als het te betalen bedrag € 20.000 of meer is, of als het te betalen bedrag 10% of meer is dan de betaalde btw over de tijdvakken waarop de suppletie btw betrekking heeft.
Loondoorbetalingsplicht bij ziekte DGA
Bent u op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam bij uw bv, dan ontstaat de situatie dat wanneer u ziek wordt, uw bv de plicht heeft om uw loon door te betalen. Net als bij iedere andere zieke werknemer geldt voor uw bv als werkgever een wettelijke loondoorbetalingsplicht gedurende maximaal twee jaar van minimaal 70% van het loon (maximumdagloon). De bv kan zich verzekeren tegen de loondoorbetaling bij ziekte van werknemers. De meeste verzekeraars staan echter niet toe dat de dga deelneemt aan een dergelijke ziekteverzuimverzekering. De dga die verplicht verzekerd is voor de werknemersverzekeringen kan doorgaans wel verzekerd worden. In de algemene vergadering (van aandeelhouders) kunt u echter ook besluiten om u zelf een hoger percentage dan 70% van het loon door te betalen bij ziekte. Dit moet dan worden vastgelegd in uw arbeidsovereenkomst.
Sneller loonkostensubsidie voor arbeidsbeperkte jongere
Via de gemeente kunt u een loonkostensubsidie ontvangen wanneer u iemand in dienst neemt met een arbeidsbeperking die zelfstandig niet het volledige minimumloon kan verdienen. De subsidie dient als financiële compensatie voor de verminderde productiviteit van de werknemer. Deze loonkosten-subsidie wordt uitgebreid, zodat u hier straks sneller gebruik van kan maken. Werkgevers kunnen naar verwachting binnen enkele maanden ook loonkostensubsidie aanvragen bij de gemeente voor arbeidsbeperkte jongeren die ze nu al in dienst hebben en die vanwege hun beperkingen niet het minimumloon kunnen verdienen. Verder wordt forfaitaire loonkostensubsidie mogelijk in de eerste zes maanden van het dienstverband. Een wetsvoorstel waarin de uitbreidingenzijn opgenomen, is in de maak. Zodra het wetsvoorstel wordt ingediend bij de Tweede Kamer - dat is waarschijnlijk kort na de zomer - mogen gemeenten de wijzigingen voor de loonkostensubsidie al gaan uitvoeren.
Vermogensbelasting verder onder vuur
Er is al geruime tijd discussie over de box 3-heffing op spaargeld en ander vermogen. Met een onlangs verschenen conclusie van Advocaat-Generaal Niessen (A-G) is dit vuur verder opgelaaid. Kort gezegd concludeert de A-G dat de belastingheffing op vermogen in strijd is met het Europese eigendomsrecht. Volgens de A-G leidt de box 3-heffing tot willekeur.
Men gaat ervan uit dat iedereen 4% rendement kan behalen op zijn vermogen, maar mensen behalen juist zeer verschillende resul-taten terwijl ze wel hetzelfde percentage belasting moeten betalen. Met de kennis van nu kan niet meer worden uitgegaan van een fictief rendement van 4%. Is de opbrengst lager dan wat aan belasting moet worden betaald, dan is volgens de A-G sprake van een oneigenlijke ontneming. Of de Hoge Raad de conclusie van de A-G gaat volgen, is nog verre van zeker. In een eerste reactie heeft het ministerie van Financiën laten weten zich niet te kunnen vinden in deze conclusie.
Disclaimer
Hoewel bij het samenstellen van de inhoud van deze site de uiterste zorg is nagestreefd, wordt iedere aansprakelijkheid uitgesloten voor onjuistheden, onvolledigheden en eventuele gevolgen van het handelen op grond van informatie die op of via deze site (links) beschikbaar is.
Although at composing the contents of this site the extreme care has been pursued, every liability is excluded for inadequacies, incompletions and possible impact of acting on the basis of information which is on or by means of this site (links) available.