Edwin Kroon RB

  • Register Belastingadviseur

"Voor zeer persoonlijke dienstverlening aan zelfstandige ondernemers, vrije beroepsbeoefenaren, verenigingen, stichtingen en particulieren."

SRA Nieuwsbrief 1e kwartaal 2012

1. Profiteer optimaal van de nieuwe RDA!

Voor ondernemers die speur- en ontwikkelingswerk (S&O-werk) verrichten, is er vanaf dit jaar een nieuwe fiscale aftrekpost: de Research & Development Aftrek (RDA). Wanneer komt u in aanmerking voor deze aftrek?

RDA in vogelvlucht
Verrichten u of uw werknemers S&O-werk, dan bent u al bekend met de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO). De WBSO verlaagt de arbeidskosten van speur- en ontwikkelingswerk. De RDA verlaagt de overige kosten. De RDA is een extra aftrekpost op de winst en bedraagt 40% van de kosten en uitgaven die direct toerekenbaar zijn aan S&O-werk. Zowel bedrijven in de vennootschapsbelasting als ondernemers in de inkomstenbelasting kunnen gebruikmaken van de RDA.

Welke kosten en uitgaven komen in aanmerking?
Zoals gezegd, moeten de kosten en uitgaven direct toerekenbaar zijn aan het S&O-werk. Bij uitgaven gaat het om betaalde, nieuwe en niet eerder gebruikte bedrijfsmiddelen. Is een uitgave slechts gedeeltelijk direct toerekenbaar aan S&O-werk, dan komt ook alleen dat deel voor de RDA in aanmerking. De kosten en uitgaven komen alleen voor aftrek in aanmerking als u de verplichtingen hiervoor na 1 januari 2012 bent aangegaan.

Bepaalde kosten en uitgaven zijn uitgesloten van de RDA, zoals afschrijvingskosten, financieringskosten en kosten van inhuur van arbeid. Ook uitgaven voor investeringen die in aanmerking komen voor de energie- of milieu-investeringsaftrek zijn uitgesloten.

Let op
Uitgaven boven de € 1 mln komen per jaar voor een vijfde deel in aanmerking.

Aanvragen vanaf 1 mei 2012
De RDA wordt – net als de WBSO – uitgevoerd door Agentschap NL. Om hiervan te kunnen profiteren, heeft u een RDA-beschikking nodig. Deze vraagt u tegelijk aan met uw aanvraag voor een S&O-verklaring. Omdat de RDA een nieuwe regeling is, kunt u deze pas aanvragen na 1 mei 2012. Voor de kosten en uitgaven tussen 1 januari 2012 en 1 mei 2012 kunt u met terugwerkende kracht een RDA-beschikking aanvragen.

Administratie- en mededelingsplicht
Het RDA-bedrag dat op de beschikking is vermeld, kunt u als aftrekpost opvoeren in de aangifte inkomsten- of vennootschapsbelasting. Dit bedrag is gebaseerd op een door u gemaakte schatting van de kosten en uitgaven. Als het aantal S&O-uren per kalendermaand minder dan 150 is, wordt het RDA-bedrag berekend door het aantal S&O-uren te vermenigvuldigen met € 15.

Binnen drie maanden na afloop van het jaar moet u het aantal daadwerkelijk gerealiseerde S&O-uren melden. In uw administratie houdt u het aantal S&O-uren bij. Is het RDA-bedrag gebaseerd op de geschatte kosten en uitgaven, dan moet u ook de daadwerkelijk gerealiseerde kosten en uitgaven in uw mededeling vermelden. In uw administratie houdt u dan ook de werkelijke kosten en uitgaven per S&O-project bij.

Let op
Schat niet te laag. In dat geval wordt namelijk uitgegaan van het in de RDA-beschikking opgenomen bedrag. Als de daadwerkelijke kosten en uitgaven achteraf hoger zijn, wordt de RDA dus niet naar boven bijgesteld.

Terug naar boven | Terug naar Nieuws

2. Update btw-regels voor de (zakelijke) auto

Met ingang van 1 juli 2011 zijn de btw-regels voor het privégebruik van de zakelijke auto drastisch veranderd (zie onze vorige nieuwsbrief). De verschuldigde btw over het privégebruik mag u voortaan forfaitair berekenen door uit te gaan van 2,7% van de catalogusprijs (inclusief btw en bpm) van de auto. Maar er is meer veranderd: u mag ook uitgaan van het werkelijke privégebruik, het begrip woon-werkverkeer is verduidelijkt en er is een nieuwe regeling voor als u de auto heeft aangeschaft zonder recht op aftrek van btw.

Werkelijk privégebruik
Gaat u niet uit van de forfaitaire berekeningsmethode, dan moet u vanaf 1 juli 19% btw betalen over het werkelijke privégebruik. U berekent de verschuldigde btw op de volgende manier: totale autokosten (exclusief btw) x (privékilometers/totaal kilometers) x 19% btw.
Stel dat de totale autokosten € 7.500 bedragen. In 2012 rijdt u met de auto 2.000 privékilometers en in totaal (zowel zakelijk als privé) 8.000 kilometer. De verschuldigde btw over het privégebruik bedraagt: € 7.500 x (2.000/8.000) x 19% = € 356. Dit bedrag geeft u in de laatste btw-aangifte van het jaar aan.
Om het aantal privékilometers te kunnen bepalen, heeft u een kilometeradministratie nodig.

Let op
Vanaf 1 juli 2011 is woon-werkverkeer voor de btw privégebruik!

Woon-werkverkeer
Met woon-werkverkeer wordt bedoeld het heen en weer reizen van de woon- of verblijfplaats naar een vaste werkplaats. Is deze plaats niet opgenomen in de arbeidsovereenkomst, dan gelden – voor zowel de btw-ondernemer als de werknemer – alle reizen van de woon- of verblijfplaats naar een bedrijfsadres van de onderneming als woon-werkverkeer. Reizen naar andere plaatsen, bijvoorbeeld het adres van de klant, vallen niet onder het begrip woon-werkverkeer.

Nu kan het zijn dat het privégebruik van uzelf of uw werknemers zich beperkt tot het woon-werkverkeer. Een kilometeradministratie is dan niet nodig. U mag het aantal privékilometers op één van de volgende twee manieren vaststellen:

1. U rekent de afstand woon-werk uit en vermenigvuldigt dit met het aantal malen dat die afstand wordt gereden op jaarbasis.
2. U rekent de afstand woon-werk uit en vermenigvuldigt dit met 214 werkdagen op jaarbasis. Dit aantal past u naar evenredigheid toe als er minder dan vijf dagen per week wordt gewerkt.

Auto aangeschaft zonder btw-aftrek
Het kan zijn dat u als ondernemer bij de aanschaf van een auto geen btw in aftrek heeft kunnen brengen (bijvoorbeeld omdat de auto is aangeschaft onder de margeregeling of omdat de auto privé  is aangeschaft, maar u gebruikt hem zakelijk). Als u de auto voor belaste btw-handelingen gebruikt, mag u de btw die betrekking heeft op het gebruik en het onderhoud van de auto (zoals benzinekosten) volledig aftrekken. In de laatste btw-aangifte van het jaar moet u dan een btw-bedrag voldoen dat gelijk is aan 1,5% van de catalogusprijs (inclusief btw en bpm).

Bezwaar maken
De nieuwe btw-regels voor de (zakelijke) auto kunnen voor u ongunstig uitpakken. Het kan verstandig zijn om bezwaar te maken tegen de laatste btw-aangifte van het jaar. Neem hiervoor contact op met uw adviseur.

Terug naar boven | Terug naar Nieuws

3. Rittenregistratie voor bestelauto niet altijd meer nodig

Gebruikt uw werknemer de bestelauto van de zaak uitsluitend zakelijk, dan kunt u samen met uw werknemer vanaf dit jaar een 'Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto' indienen bij de Belastingdienst. De werknemer mag dan met de bestelauto geen enkele privékilometer (dus nul) rijden. Het grote voordeel van de verklaring is dat u geen rekening hoeft te houden met een bijtelling over het privégebruik en dat uw werknemer in beginsel geen rittenregistratie hoeft bij te houden.

Samen ondertekenen
Het formulier 'Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto' is te downloaden van de site van de Belastingdienst (www.belastingdienst.nl). Nadat uw werknemer het formulier heeft ingevuld en ondertekend, moet ook u als werkgever het formulier ondertekenen. Vervolgens stuurt u het formulier naar de Belastingdienst/Centrale invoer, Antwoordnummer 21450, 6400 SM Heerlen. U en de werknemer krijgen hiervan een ontvangstbevestiging van de Belastingdienst.

Meldingsplicht
De verklaring is voor onbepaalde tijd geldig, maar zowel u als uw werknemer heeft een meldingsplicht nog voordat er iets verandert in het zakelijk gebruik. Bijvoorbeeld als uw werknemer toch van plan is om de bestelauto privé te gaan gebruiken. De verklaring moet worden ingetrokken als:

  • de werknemer de bestelauto niet meer tot zijn beschikking heeft;
  • de werknemer van plan is om privé met de bestelauto te gaan rijden;
  • de werknemer een rittenregistratie gaat bijhouden en maximaal 500 km per jaar privé met de bestelauto wil gaan rijden;
  • de verklaring onterecht is ingediend.

Intrekken kan met het formulier 'Intrekking verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto'. Dit formulier is eveneens te downloaden van de site van de Belastingdienst.

Let op
Het niet nakomen van de meldingsplicht is een overtreding waarvoor de werknemer, maar ook u, een boete kan krijgen van maximaal € 4.920. Ook als u vermoedt dat uw werknemer een verklaring had moeten intrekken, maar dit niet heeft gedaan, moet u dit meedelen aan de Belastingdienst. Wie zich niet aan de spelregels houdt, riskeert een forse boete.

Controle
Met de 'Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto' vervalt de rittenregistratie. Maar hoe controleert de Belastingdienst dan of de gebruiker van een bestelauto zich houdt aan de verklaring? De Belastingdienst heeft de beschikking over vaste en mobiele camera’s langs de weg. Wanneer een bestelauto, waarvoor een verklaring is afgegeven, wordt gefotografeerd, checkt de dienst of er sprake is van mogelijke privéritten. Indicaties hierbij zijn onder meer tijdstip, locatie of de aanwezigheid van een paardentrailer of caravan.

Tot slot
Het kabinet heeft nog meer plannen rondom de zakelijke rijder. Zo wil het ministerie van Financiën vanaf 1 januari 2013 gaan bijhouden hoeveel privéritten er worden gereden met een bestelauto door het plaatsen van een speciaal registratiekastje. Dit vervangt dan de rittenregistratie. Het is de bedoeling dat automobilisten met privékilometers naar rato een bijtelling gaan betalen. 

Terug naar boven | Terug naar Nieuws

4.  Eigen woning onder vuur

Voor u als eigenwoningbezitter zijn het geen prettige tijden. De huizenmarkt zit al een tijdje in het slop en het kabinet heeft dit jaar het eigenwoningforfait verhoogd met bijna 10%. Ook de tijdelijke verlaging van de overdrachtsbelasting loopt in 2012 af. Gelukkig denkt de overheid ook nog een klein beetje met u mee. Zo wordt de WOZ-waarde in de toekomst openbaar en maken gemeentes voortaan gebruik van het ‘taxatieverslag nieuwe stijl’.

Eigenwoningforfait
Om te beginnen, gaat u dit jaar meer belasting betalen over het bezit van een eigen woning, het eigenwoningforfait. Betaalde u in 2011 nog 0,55% over de WOZ-waarde tussen de € 75.000 en € 1.020.000 (2012: € 1.040.000) van uw huis, dit jaar is dat percentage verhoogd naar 0,6%. Bovendien betaalt u voor een huis met een WOZ-waarde boven de € 1.040.000 een vast bedrag van € 6.240 (2011: € 5.610), vermeerderd met 1,30%  (2011: 1,05%) van de waarde boven de € 1.040.000. Al met al een forse verzwaring.

Tarief overdrachtsbelasting weer omhoog
Bij het kopen van een woning gaat het tarief van de overdrachtsbelasting op 1 juli 2012 weer omhoog van 2% naar 6%. De overheid heeft het tarief tijdelijk verlaagd voor woningen verkregen op en na 15 juni 2011, maar daar komt dus binnenkort een einde aan. Heeft u nog plannen om een nieuwe woning te kopen, wacht dan niet te lang.

Let op
Het lagere tarief geldt niet voor bedrijfspanden. 

WOZ-waarde straks openbaar
Het kabinet wil dat de WOZ-waarde voor iedereen openbaar wordt. De bedoeling is dat u als eigenwoningbezitter in de toekomst makkelijker inzicht krijgt in de waardebepaling van uw eigen woning. U kunt die dan immers vergelijken met andere panden. Deze maatregel moet leiden tot minder bezwaar- en beroepsprocedures. Het kabinet moet hiervoor nog een wetsvoorstel indienen.

Taxatieverslag gemeenten
Vanaf dit jaar hanteren de gemeentes het taxatieverslag nieuwe stijl, waarmee een betere acceptatie van de WOZ-waarde wordt verwacht. Het nieuwe verslag bevat extra toelichtende informatie, zodat u als huizenbezitter beter inzicht krijgt in de opbouw van de taxatie.

Regels tijdelijke verhuur soepeler
De overheid gaat de regels voor tijdelijke verhuur onder de Leegstandwet versoepelen. Voor u als huiseigenaar wordt het dan makkelijker om uw te koop staande oude woning tijdelijk te verhuren. Onnodig ingewikkelde procedures worden eenvoudiger of verdwijnen. Datum van invoering is nog onbekend.

Terug naar boven | Terug naar Nieuws

5. Omzetten van uw beleggingsverzekering. Wel of niet doen?

De laatste jaren zijn beleggingsverzekeringen regelmatig in opspraak geraakt vanwege de hoge en ondoorzichtige kosten. Denk aan de woekerpolisaffaire. Op dit moment bieden veel verzekeraars hun klanten aan om bestaande beleggingsverzekeringen (kapitaalverzekeringen en lijfrenten) om te zetten in een nieuwe productvorm met een andere productstructuur. Misschien bent u inmiddels ook benaderd. Omzetten kan zonder fiscale gevolgen, maar dan moeten wel de spelregels worden nageleefd.

Waarom bieden verzekeraars omzetting aan?
In de praktijk zijn beleggingsverzekeringen vaak gemengde verzekeringen: een combinatie van een waardeopbouw door middel van beleggingen en een overlijdensrisicoverzekering. Als de beleggingsresultaten tegenvallen, neemt de waarde van de verzekering af, terwijl de risicodekking stijgt en de risicopremie hoger wordt. Zo kan het dus gebeuren dat de kosten en risicopremie van uw verzekering samen hoger zijn dan de waarde op dit moment.
Dit is ook de reden dat verzekeraars niet alleen de kosten en tarieven verlagen, maar ook aanbieden om de beleggingsverzekering om te zetten.

Wat zijn de fiscale gevolgen?
Heeft u een dergelijke verzekering en wilt u deze omzetten in een ander verzekeringsproduct, dan kan dit fiscaal geruisloos. U hoeft dus niet af te rekenen met de fiscus. Voorwaarde is wel dat de verzekering fiscaal geen andere status krijgt en er bij de omzetting geen geld ter beschikking komt. Dit geldt ook als uw beleggingsverzekering wordt omgezet in een verzekering die is gesplitst in een leven- en een overlijdensdeel. 

Verzekeraars kunnen ook aanbieden om de dekking van de beleggingsverzekering bij overlijden, en dus ook de overlijdenspremie, te verlagen. Ook dit kan zonder fiscale problemen, mits de totaalpremie van de verzekering door de omzetting niet wordt verhoogd. Bovendien geldt een aantal aanvullende voorwaarden:

1. De premiebetalende periode mag niet worden verlengd.
2. De looptijd van de verzekering mag niet worden verlengd.
3. Het ‘verzekerd lijf’ mag niet worden gewijzigd.
4. De overlijdensrisicoverzekering mag niet komen te vervallen. De verzekerde uitkering bij overlijden moet qua hoogte normaal en gebruikelijk zijn.

Tot slot
Het is niet altijd verstandig om uw verzekering aan te passen of om te zetten. Een extra waarschuwing is op zijn plaats als u een kapitaalverzekering heeft afgesloten vóór 1992 of vóór 15 september 1999. Ga nooit zomaar akkoord met een omzetting, maar laat u altijd goed informeren. 

Terug naar boven | Terug naar Nieuws

6. Minder kinderopvangtoeslag in 2012

Er wordt drastisch bezuinigd op de kinderopvangtoeslag. De toeslag is met ingang van dit jaar verlaagd en voortaan gekoppeld aan het aantal gewerkte uren. Voor u als ouders betekent dit dat u voor kinderopvang minder terugkrijgt van de overheid en meer zelf moet gaan betalen.

Meer zelf betalen
Hoeveel lager de kinderopvangtoeslag dit jaar is, hangt af van uw (gezamenlijke) toetsingsinkomen. Hoe hoger dit inkomen, hoe meer u als ouders zelf betaalt. Op www.toeslagen.nl kunt u een proefberekening maken.

Welke uren tellen mee
U kunt voortaan alleen nog een toeslag krijgen voor de gewerkte uren. Daarbij wordt uitgegaan van de ouder die het minst aantal uren per jaar werkt. Om te bepalen welke uren meetellen, maakt het verschil of u als minst werkende ouder in loondienst werkt of als zelfstandig ondernemer.

Uren in loondienst
Als u in loondienst werkt, tellen als gewerkte uren mee de uren die u op jaarbasis krijgt uitbetaald. Het maakt niet uit of u tijdelijk minder uren werkt door bijvoorbeeld ziekte, bijscholing of ouderschapsverlof. U kunt dan nog steeds uitgaan van de uren uit uw arbeidsovereenkomst.

Uren als zelfstandig ondernemer
Bent u zelfstandig ondernemer, dan tellen alle uren die u besteedt aan uw bedrijf mee als gewerkte uren. Dit zijn dus niet alleen de reguliere uren die u bijvoorbeeld besteedt aan uw klanten, aan offertes of aan uw bedrijfsadministratie, ook de uren voor eventuele cursussen of trainingen die u volgt voor uw bedrijf tellen mee. Houd met twee zaken rekening:

1. Voer een urenadministratie waarmee u de gewerkte uren kunt verantwoorden.
2. Reistijd voor woon-werkverkeer valt niet onder gewerkte uren, maar ziekte wel.

Maximaal aantal uren per maand
Hoe berekent u nu het aantal uren waarvoor u maximaal kinderopvangtoeslag kunt krijgen?

Stel u werkt als minst werkende ouder 24 uur per week. U werkt dan 1248 uur per jaar
(52 weken x 24 uur). Per maand is dit 104 uur (1248 gedeeld door 12).

  • Bij dagopvang is de berekening nu als volgt: vermenigvuldig 104 met 140%. U heeft recht op 146 uur kinderopvangtoeslag voor uw kind.
  • Bij buitenschoolse opvang rekent u het volgende: vermenigvuldig 104 met 70%. U heeft recht op 73 uur kinderopvangtoeslag voor uw kind.

Let op
U kunt per kind voor maximaal 230 uur kinderopvangtoeslag per maand krijgen. Dit geldt voor alle opvangsoorten samen.

Terug naar boven | Terug naar Nieuws

7. Einde spaarloon- en levensloopregeling. Ken uw rechten!

De spaarloonregeling en de levensloopregeling zijn allebei met ingang van dit jaar gestopt. Mensen die nu nog willen instappen, zijn definitief te laat. Maar hoe zit dat als u een bestaande deelnemer bent? Voor u is er een overgangsregeling, maar dan wel een met voorwaarden.

Eind 2011 ontstond er een ware run op beide regelingen. Massaal werden op de valreep nog spaarloon- en levenslooprekeningen geopend. En dat was niet alleen om een belastingvoordeel te kunnen behalen, maar ook om in 2012 en daarna gebruik te kunnen maken van de overgangsregeling.

Overgangsrecht spaarloonregeling
Deelname aan de spaarloonregeling is nu definitief gesloten. Heeft u een tegoed op de spaarloonrekening staan, dan mag u dit belastingvrij opnemen. U hoeft geen rekening meer te houden met allerlei deblokkeringsregels. Het opgebouwde tegoed mag u ook laten staan op de spaarloonrekening. Zo kunt u gebruik blijven maken van de bijbehorende vrijstelling in box 3. Elk jaar valt in ieder geval een deel van het opgebouwde spaartegoed vrij. Op dat deel is dan uiteraard de box 3-vrijstelling niet meer van toepassing. Uiteindelijk eindigt de hele vrijstelling op 31 december 2015.

Overgangsrecht levensloopregeling
De levensloopregeling mag dan gesloten zijn voor nieuwe deelnemers, als bestaande deelnemer kunt u onder voorwaarden gewoon door blijven gaan.

Bedraagt het saldo op uw levenslooprekening op 31 december 2011 minimaal € 3.000, dan kunt u gebruik blijven maken van de levensloopregeling totdat u de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt of met pensioen gaat. Wel bouwt u bij een nieuwe inleg niet langer meer de levensloopverlofkorting op. Deze korting in de inkomstenbelasting houdt in dat u voor ieder jaar dat u heeft gespaard op een levenslooprekening, recht heeft op een belastingkorting van maximaal € 205. U ontvangt de korting bij een opname uit het levenslooptegoed.

Let op
Het bedrag van € 3.000 is inclusief de waarde van het rendement over 2011 dat in 2012 wordt bijgeschreven.

In 2013 mag u het hele levenslooptegoed zonder belastingheffing storten in een nieuwe spaarregeling: vitaliteitssparen. Vanaf 2014 mag u maar maximaal € 20.000 van uw levenslooptegoed belastingvrij storten in vitaliteitssparen. Over het meerdere betaalt u belasting.

Was het saldo op de levenslooprekening op 31 december 2011 minder dan € 3.000, dan kunt u in 2012 en 2013 niet meer bijstorten. Wel mag u het tegoed nog opnemen voor verlof. U mag het tegoed in 2013 ook zonder belastingheffing storten in vitaliteitssparen. Als u het tegoed in 2013 niet omzet in vitaliteitssparen, wordt dit tegoed op 31 december 2013 belast als loon.

Terug naar boven | Terug naar Nieuws

8. Regels voor collectief ontslag strenger!

Bent u binnenkort genoodzaakt om twintig of meer werknemers om bedrijfseconomische redenen te ontslaan, vergeet dan niet om dit te melden. Niet alleen bij het UWV, maar ook bij de vakbond. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat het collectief ontslag door de rechter wordt teruggedraaid. Per 1 maart 2012 verandert de Wet melding collectief ontslag (Wmco). De regels worden strenger en ook de beëindigingsovereenkomst gaat onder de wet vallen.

Ongeacht de route
Met de laatste maatregel wil de overheid voorkomen dat een werkgever onder zijn verplichtingen van de wet kan uitkomen door bij een voorgenomen ontslag van bijvoorbeeld 22 werknemers met drie werknemers een individuele beëindigingovereenkomst te sluiten. Gevolg van deze wijziging is dat het bij collectief ontslag niet langer meer relevant is welke route u kiest: via het UWV, via de rechter of via een individueel ontslag met wederzijds goedvinden.

Raadpleeg de vakbonden
Er is sprake van collectief ontslag wanneer er binnen een periode van drie maanden twintig of meer ontslagen zijn gepland. Als onder de huidige wet sprake is van collectief ontslag, is het voldoende wanneer de werkgever het voorgenomen ontslag aan de vakbonden en, wanneer die er zijn, aan de ondernemingsraden meldt en een uitnodiging stuurt om hen te raadplegen. In de nieuwe situatie is de uitnodigingsplicht verzwaard. U moet als werkgever de vakbonden en de ondernemingsraad ook daadwerkelijk hebben geraadpleegd. Wanneer de vakbond niet op tijd reageert of afziet van de uitnodiging, dan heeft u voldaan aan uw uitnodigingsplicht.

Tip
U hoeft alleen de vakbonden te raadplegen. Er is geen overeenstemming nodig! Een afschrift van de melding aan de vakbonden moet u opsturen naar het UWV. Raadpleging kan achterwege blijven als de herplaatsing van de met ontslag bedreigde werknemers of banen van andere werknemers in de onderneming hierdoor in gevaar zouden komen. U moet dit dan wel aannemelijk maken. De verplichte melding aan het UWV blijft in deze situatie bestaan.

Sanctie bij niet naleven van de regels
Als u uw verplichtingen bij collectief ontslag niet naleeft, loopt u het risico dat de rechter het ontslag terugdraait (vernietigt). Dat kan financiële gevolgen hebben. Werknemers kunnen binnen zes maanden de vernietiging van hun ontslag inroepen en dat betekent dat u met terugwerkende kracht vanaf de ontslagdatum salaris bent verschuldigd. En niet alleen salaris, maar ook een wettelijke verhoging die kan oplopen tot maximaal 50%.

Wachttijd
Een andere belangrijke verandering in het ontslagrecht is de wachttijd voor de werkgever. Tenzij de vakbond instemt, kunt u de arbeidsovereenkomst niet eerder dan een maand na de melding opzeggen of met wederzijds goedvinden beëindigen. Voor ontbinding geldt hetzelfde: de arbeidsovereenkomst kan niet eerder worden ontbonden dan een maand na de melding.

Terug naar boven | Terug naar Nieuws

Tips

1. Vijf jaar voordeel bij aanschaf zuinige auto
Overweegt u de aanschaf van een nieuwe (lease)auto van de zaak en denkt u hierbij aan een zuinige of zéér zuinige auto, wees dan snel. De CO2-grenzen voor zuinige en zéér zuinige auto’s worden de komende jaren aangescherpt. Als u de auto vóór 1 juli 2012 aanschaft, kunt u – zolang de auto niet van eigenaar en gebruiker wisselt – blijven profiteren van de lagere bijtelling van 14% of 20% die hoort bij de huidige CO2-grenzen. 

Als u de auto op of na 1 juli 2012 aanschaft, houdt u het lagere bijtellingspercentage vijf jaar. Aan het einde van die periode wordt beoordeeld of uw auto nog steeds in aanmerking komt voor een lager bijtellingspercentage.

2. Verplichte notariële akte bij schenking aan kinderen vervallen
Wanneer u geld schenkt aan uw kind en het kind gebruikt dit geld voor de eigen woning, dan kan er onder voorwaarden gebruik worden gemaakt van een eenmalig verhoogde schenkingsvrijstelling van maximaal € 50.300. Tot 1 januari 2012 moest van deze schenking een verplichte notariële akte worden opgemaakt. Deze verplichting is komen te vervallen. In de praktijk is namelijk gebleken dat de aangifte schenkbelasting voldoende is als signaal en controlemiddel voor de Belastingdienst. De overige voorwaarden voor de verhoogde vrijstelling blijven wel van toepassing. Zo moeten u en uw kind schriftelijk kunnen aantonen dat u de schenking daadwerkelijk heeft betaald en uw kind het geld ook echt gebruikt heeft voor de eigen woning of de aflossing van de eigenwoningschuld.

3. Uitstel van betaling bij bedrijfsemigratie
Wanneer u uw bedrijf verplaatst naar het buitenland, dan moet u afrekenen met de Belastingdienst. U bent namelijk belasting verschuldigd over de eindafrekeningswinst. Eind november 2011 besliste het Europese Hof van Justitie dat lidstaten, zoals Nederland, een dergelijke exitheffing mogen toepassen. Wel moeten lidstaten bedrijven in de gelegenheid stellen de verschuldigde belasting later te betalen. Verplaatst u uw bedrijf dus naar het buitenland, dan moet de Belastingdienst u erop wijzen dat u de mogelijkheid heeft om te kiezen voor uitstel van betaling.

4. Buiten kantooruren een toeslag aanvragen
De Belastingdienst heeft op de site www.toeslagen.nl een persoonlijke internetpagina gemaakt, genaamd: mijn toeslagen (mijn.toeslagen.nl). Hier kunt u 24 uur per dag en zeven dagen per week een toeslag (kinderopvang-, huur- en zorgtoeslag en kindgebonden budget) aanvragen, wijzigen of stopzetten. Dit doet u door in te loggen op een beveiligde omgeving met uw persoonlijke DigiD-code. Binnen deze omgeving kunt u ook terecht voor informatie over uw toeslag, zoals de hoogte of de datum van uitbetalen.

5. Gebruikelijk loon voor de dga omhoog
De dga en zijn bv moeten zakelijk met elkaar omgaan. Dit is een van de redenen waarom in de loonbelasting de gebruikelijkloonregeling is opgenomen. Deze komt erop neer dat u vanuit uw bv een loon hoort te krijgen dat gebruikelijk is voor het niveau en de duur van uw arbeid. In 2012 bedraagt het gebruikelijk loon minimaal € 42.000 (2011: € 41.000). Het loon mag niet lager zijn dan dat van de meest verdienende andere werknemer.

Bent u van mening dat uw loon lager of juist hoger moet zijn, neem dan contact op met uw adviseur. De bewijslast voor een lager loon rust op u, terwijl de bewijslast voor een hoger gebruikelijk loon op de belastinginspecteur rust.

6. Toch inkomensafhankelijke combinatiekorting voor scheidende partners
Wanneer partners uit elkaar gaan, kan het voorkomen dat geen van beiden in dat jaar nog in aanmerking komt voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Het is namelijk de regel dat alleen de partner met het laagste arbeidsinkomen de korting krijgt. Bovendien moet er sprake zijn van een kind dat minimaal zes maanden op hetzelfde woonadres staat ingeschreven. Deze voorwaarden zorgden voor vervelende gevolgen. Hiervoor heeft de overheid nu een oplossing.
Heeft u in het kalenderjaar minder dan zes maanden een fiscale partner, dan komt u toch in aanmerking voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting als u in het kalenderjaar een hoger arbeidsinkomen heeft dan uw ex-partner. Natuurlijk moet ook aan de overige voorwaarden voor toepassing van de inkomensafhankelijke combinatiekorting worden voldaan.

7. Nieuwe Inspectie Sociale Zekerheid en Werkgelegenheid
‘Inspectie SZW’ is de nieuwe naam van de inspectiedienst waarin per 1 januari 2012 de Arbeidsinspectie, SIOD (Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst) en IWI (Inspectie Werk en Inkomen) zijn opgegaan. De nieuwe inspectie kan nu beter haar mensen en middelen inzetten waar die nodig zijn. De inspectie zal in 2012 met name de uitbuiting van werknemers fors aanpakken. Daarbij worden inkomsten ingenomen die door frauduleus handelen zijn verkregen.

8. Meldingen milieu- en energie-investeringen voortaan digitaal
Investeert u in een bedrijfsmiddel waarvoor u recht heeft op energie-investeringsaftrek (EIA) of milieu-investeringsaftrek (MIA) en willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil), dan moet u dit bedrijfsmiddel tijdig aanmelden. Als u in januari 2012 of later investeert, kunt u alleen nog een digitale aanmelding doen bij het eLoket van Agentschap NL (www.agentschapnl.nl). Meld uw investering binnen drie maanden aan, anders heeft u geen recht op de aftrek en/of de willekeurige afschrijving.

Let op
Investeringen waarvoor u de opdracht al in 2011 heeft gegeven, moeten nog op de oude manier, dus met het papieren meldingsformulier, worden aangemeld bij Bureau IRWA van de Belastingdienst.

9. Toch overgangsregeling voor belastingbesparing met ouderlijke woning
Met ingang van 1 januari 2010 is de Successiewet vernieuwd en dat heeft onder andere een einde gemaakt aan de vruchtgebruikconstructie. Hiermee konden ouders op een voordelige manier hun huis, bij leven, overdragen aan hun kinderen. Kinderen hoefden namelijk niet af te rekenen over de waardestijging van het huis vanaf het moment van overdracht tot aan het overlijden van (een van) de ouders. Vanaf 2010 moet er wel worden afgerekend over de gehele waardestijging tot overlijden. Omdat dit leidt tot schrijnende gevallen, komt de overheid alsnog met een overgangsregeling.
Door de overgangsregeling hoeft de waardestijging van de woning tussen het moment van overdracht en 1 januari 2010 niet te worden meegenomen in de heffing van erfbelasting. De woningwaarde wordt wel vermeerderd met de waardestijging vanaf 1 januari 2010 tot aan de overlijdensdatum van de langstlevende ouder.

10. Innovatiefonds MKB+ voor vernieuwende ondernemers
De ontwikkeling van nieuwe producten, diensten en processen is duur. Heeft u een innovatief idee, maar beschikt uw bedrijf niet over de benodigde financiële middelen, dan is er speciaal voor het midden- en kleinbedrijf vanaf dit jaar het innovatiefonds MKB+. Via dit fonds wordt een innovatiekrediet verstrekt, oftewel een lening aan bedrijven voor innovatieve projecten. Als uw project mislukt, wordt het krediet omgezet in een subsidie. Slaagt het project, dan moet de lening inclusief opgebouwde rente binnen tien jaar worden terugbetaald.

11. Oldtimervrijstelling in de mrb aangescherpt
De motorrijtuigenbelasting (mrb) kent een vrijstelling voor auto’s van 25 jaar of ouder, de oldtimers. De grens voor deze oldtimervrijstelling is dit jaar verhoogd naar 30 jaar. Bovendien geldt de vrijstelling alleen nog voor het basisbedrag en de provinciale opcenten en niet langer voor een eventuele diesel- of lpg-toeslag.
Heeft u een auto die op 31 december 2011 al 25 jaar of ouder was, dan valt u in een overgangsregeling. Voor deze auto behoudt u de vrijstelling, inclusief een eventuele brandstoftoeslag. Voor auto’s die de komende jaren de leeftijd van 25 jaar bereiken (eerste ingebruikname 1987-1990), is ook een speciale overgangsregeling getroffen.

12. Vergrijpboete na verzuimboete
Betaalt u of uw bedrijf de verschuldigde belasting te laat of wordt er helemaal niet of te weinig betaald, dan legt de Belastingdienst een verzuimboete op. Deze boete wordt meestal automatisch opgelegd. Tot voor kort kon de Belastingdienst na het opleggen van een verzuimboete geen vergrijpboete meer opleggen voor hetzelfde feit. Dat kan vanaf dit jaar wel als uit nieuwe informatie blijkt dat eigenlijk direct een vergrijpboete had moeten worden opgelegd. Nieuwe informatie is bijvoorbeeld een verklaring van uzelf of van anderen of informatie uit uw administratie. Als de Belastingdienst hierdoor overgaat tot het alsnog opleggen van een vergrijpboete, wordt deze boete wel verminderd met de al opgelegde verzuimboete.

Terug naar boven | Terug naar Nieuws

Nieuwsbrieven | Tips & Adviezen

Nieuwsbrieven van uw SRA - Kantoor

Archief

Disclaimer

Hoewel bij het samenstellen van de inhoud van deze site de uiterste zorg is nagestreefd, wordt iedere aansprakelijkheid uitgesloten voor onjuistheden, onvolledigheden en eventuele gevolgen van het handelen op grond van informatie die op of via deze site (links) beschikbaar is.

Although at composing the contents of this site the extreme care has been pursued, every liability is excluded for inadequacies, incompletions and possible impact of acting on the basis of information which is on or by means of this site (links) available.

Terug naar boven