"Voor zeer persoonlijke dienstverlening aan zelfstandige ondernemers, vrije beroepsbeoefenaren, verenigingen, stichtingen en particulieren."
Lid van het Register Belastingadviseurs.
Nieuwsbrief februari 2019
1. Let op: denk aan de afrekening van de werkkostenregeling
Voor degenen met een maandaangifte loonheffingen betekent dit dat de aangifte dan binnen moet zijn op 28 februari 2019. Dat is ook de uiterste betaaldatum.
Voor werkgevers met een aangifte loonheffingen per vier weken moet de aangifte op 27 februari 2019 binnen zijn. Voor hen is dat de uiterste betaaldatum.
U hoeft de eindheffing voor de werkkostenregeling alleen aan te geven als u in 2018 meer dan 1,2% van de loonsom van uw bedrijf heeft besteed aan vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen.
Uitgaven die te kwalificeren zijn als gerichte vrijstellingen of nihilwaarderingen, kunt u als werkgever onbelast vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen zonder dat ze ten koste gaan van de vrije ruimte. Voorbeelden daarvan zijn zakelijke overnachtingen, arbovoorzieningen, maaltijden bij over-werk en kilometervergoeding. Wat betreft dat laatste wordt een vergoeding van € 0,19/km voor zakelijke ritten gehanteerd. Zou u per kilometer meer betalen, dan telt alleen het meerdere mee. Voor computers, telefoons, abonnementen en dergelijke die voor minder dan 90% zakelijk worden gebruikt, geldt het noodzakelijkheidscriterium. Alleen als de werknemer ze echt nodig heeft voor een goede uitoefening van de dienstbetrekking, tellen ze niet mee in de vrije ruimte.
Heeft u de verwachte eindheffing al in de loop van 2018 aangegeven, bijvoorbeeld per aangiftetijdvak, dan moet u te veel of te weinig aangegeven eindheffing verrekenen. Ook dit doet u uiterlijk in de aangifte loonheffingen over het eerste aangiftetijdvak van 2019.
Terug naar boven | Terug naar Nieuws
2. Arbeidsmarktwet: wat gaat er wel en niet door?
Onlangs bleek al dat een meerderheid van de Tweede Kamer tegen het plan was om bij eerste contracten voor onbepaalde tijd een proeftijd van maximaal vijf maanden mogelijk te maken. Een langere proeftijd zou gebruikt kunnen worden voor tijdelijk werk. Ook zouden werknemers te lang in een onzekere positie verkeren. Deze maatregel gaat dan ook niet door, net als het plan om een proeftijd van drie maanden mogelijk te maken voor tijdelijke contracten van twee jaar of langer.
- De ketenbepaling wordt verlengd van twee naar drie jaar. U hoeft als werkgever een werknemer pas na drie jaar (of na drie tijdelijke contracten) een vast contract aan te bieden.
- De berekening van de transitievergoeding verandert. Een werknemer heeft hier straks recht op vanaf het begin van zijn dienstverband en niet pas na twee jaar. De hogere opbouw voor werknemers die langer dan tien jaar in dienst zijn geweest, wordt afgeschaft.
- De introductie van de cumulatiegrond bij ontslag. U kunt straks bij ontslag van een werknemer ontslaggronden die op zich niet voldoende onderbouwd zijn met elkaar combineren. De rechter kan dan wel als een soort straf een transitievergoeding toekennen die maximaal 50% hoger is. Dit naast de al bestaande mogelijkheid om de werkgever ook nog te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding.
- Payrollwerknemers krijgen recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden als werknemers die bij u in dienst zijn. Verder kunnen payrollbedrijven straks geen uitzendbeding en ruimere ketenbepaling meer hanteren voor payrollwerknemers.
- U zult aan oproepkrachten met een nulurencontract of min-maxcontract jaarlijks een aanbod voor een vaste arbeidsomvang moeten doen. Dit aanbod is dan gebaseerd op de gemiddelde gewerkte arbeidsduur in de voorgaande twaalf maanden. Het is aan de oproepkracht om dit aanbod al dan niet te accepteren. Verder moet u een oproepkracht straks minimaal vier dagen van tevoren oproepen (in de cao kan deze termijn bekort worden naar één dag).
- U gaat straks een lage WW-premie betalen voor werknemers met een vast contact én voor jongeren tot 21 jaar die niet meer dan 12 uur per week werken. Voor werknemers met een flexibel contract gaat u een hogere WW-premie betalen.
- Er wordt een bedrag van € 48 miljoen beschikbaar gesteld aan kleine(re) bedrijven voor scholing van eigen werknemers.
Terug naar boven | Terug naar Nieuws
3. Grote donaties moeten openbaar worden
Het doel van het wetsvoorstel is om te voorkomen dat maatschappelijke organisaties via donaties ongewenst beïnvloed worden. Door de openbaarmaking wordt de herkomst van een donatie bekend. Het betreft alleen donaties van meer dan € 15.000.
Verenigingen, stichtingen en kerkgenootschappen gaan straks onder de nieuwe regeling vallen. De regeling richt zich dus op de ontvangende partij.
Het bedrag van de donatie moet gepubliceerd worden, net als de naam en de woonplaats van de donateur. Alle gegevens moeten minstens zeven jaar bewaard worden.
Maatschappelijke organisaties kunnen bij het ministerie van Justitie en Veiligheid een verzoek indienen om de naam van een donateur niet te hoeven publiceren. Het verzoek moet aangeven welk gevaar voor de veiligheid van de donateur tot dit verzoek dwingt.
Het wetsvoorstel bevat voor stichtingen tevens de verplichting om hun balans en staat van baten en lasten van middelen openbaar te maken.
De internetconsultatie is onder meer bedoeld om ideeën te verkrijgen over een vrijstelling van de plicht tot publicatie van donaties en van de balans en staat van baten en lasten van middelen voor bijvoorbeeld kleine stichtingen. U kunt tot 22 februari 2019 reageren.
Terug naar boven | Terug naar Nieuws
4. Straks minder lang betalen voor uw ex?
In 2015 werd een wetsvoorstel ingediend over alimentatie voor de ex-partner. Na een aantal wijzigingen is het voorstel inmiddels aangenomen door de Tweede Kamer en ligt het nu bij de Eerste Kamer. Het wetsvoorstel heeft betrekking op de duur van de alimentatieverplichting voor partners. Nu is de duur voor betaling van partneralimentatie in beginsel 12 jaar vanaf de inschrijving van de echtscheiding.
Het voorstel gaat uit van een nieuwe termijn, die gelijk is aan de helft van de duur van het huwelijk, met een maximum van 5 jaar. Dus als u 3 jaar getrouwd bent geweest, betaalt u maximaal 1,5 jaar alimentatie voor uw ex-partner en als u 11 jaar getrouwd bent geweest, betaalt u de maximale 5 jaar.
- Bent u langer dan 15 jaar getrouwd geweest en is uw ex-partner ten hoogste 10 jaar jonger dan de AOW-leeftijd? Dan eindigt in dat geval de verplichting pas als de AOW-leeftijd is bereikt. De maximumduur is dan dus 10 jaar.
- Bent u 50 jaar of ouder en langer dan 15 jaar getrouwd geweest, dan is de maximumduur ook 10 jaar.
- Heeft u samen met uw ex-partner kinderen jonger dan 12 jaar? De verplichting loopt dan door totdat het jongste kind 12 jaar oud is. Bij een scheiding met een pasgeboren baby is de maximumduur dus 12 jaar.
Terug naar boven | Terug naar Nieuws
Nieuwberichten
Werkgevers mogen per 2020 meer uitgeven aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen voor hun personeel. De verruiming heeft de vorm van een verhoogd percentage van 1,7% tot een loonsom van € 400.000. Daarboven blijft het bestaande percentage van 1,2% gelden. De maatregel is vooral bedoeld voor het mkb. Met name kleinere werkgevers met een bescheiden loonsom profiteren ervan.
€ 2.000 aan extra belastingvrije vergoedingen en verstrekkingen kan worden gegeven. Let op: dit voorstel moet nog worden goedgekeurd door het parlement.
Een werkgever met een loonsom van € 500.000 kan nu 1,2% ofwel € 6.000 uitgeven aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen. Vanaf volgend jaar wordt dit 1,7% x € 400.000 + 1,2% x € 100.000, ofwel € 6.800 + € 1.200 = € 8.000.
Vanwege de verhoging van het lage btw-tarief van 6% naar 9% per 1 januari 2019, is ook het kantineforfait voor sportclubs per dezelfde datum gewijzigd. Sportverenigingen waarvan de primaire activiteiten zijn vrijgesteld van btw-heffing, hoeven over hun kantineontvangsten geen btw af te dragen. Ze kunnen dan ook geen btw aftrekken over de inkoop. Voorwaarde is dat de kantineontvangsten in 2019 niet meer dan € 68.067 bedragen. Gaan de ontvangsten over deze grens heen, dan mag voor de btw-afdracht een forfaitair percentage worden toegepast. Dit percentage is verhoogd van 11,5% naar 13%.
Vanaf 1 januari 2019 moeten nieuwe bv’s weer zelf een loonheffingennummer aanvragen. Vanaf 1 april 2018 ging het toekennen van dit nummer automatisch, maar de Belastingdienst heeft zijn werkwijze aangepast.
U dient onder andere gegevens in te vullen over uw bv, over in dienst tredende werknemers en over de bedrijfsactiviteiten. Een loonheffingennummer kan online worden aangevraagd via de site van de Belastingdienst.
Een bv met een dga die geen loonheffingennummer aanvraagt, krijgt een vragenlijst van de Belastingdienst. Daaruit zal moeten worden opgemaakt waarom geen nummer is aangevraagd en waarom u van mening bent dat u als dga geen beloning hoeft te ontvangen.
Als een bedrijf wordt geschonken of geërfd, moet schenk- of erfbelasting worden betaald. Onder voorwaarden geldt bij het schenken of erven van een bedrijf in 2019 een vrijstelling van € 1.084.851. Dit is bijna € 13.000 meer dan vorig jaar. Van het meerdere boven deze grens is nog eens 83% vrijgesteld van belasting.
Particulieren die zonnepanelen aanschaffen, kunnen de btw op de aanschafkosten terugkrijgen. Vanaf dit jaar is dit gebonden aan een termijn, zo maakte de staatssecretaris van Financiën bekend. De termijn is vanaf dit jaar zes maanden na het jaar van aanschaf. Koopt u dit jaar dus zonnepanelen, dan moet u vóór 1 juli 2020 de btw terugvragen.
Staatssecretaris Snel van Financiën vindt het wenselijk om met fiscaal overgangsrecht – anders dan de douanewetgeving – te komen als er op 29 maart sprake zal zijn van een harde Brexit. Een harde Brexit leidt namelijk direct tot een andere fiscale behandeling van bedrijven en burgers.
Snel wil daarom een regeling voor burgers voor een aantal belastingwetten voor het lopende belas-tingjaar, waarbij het VK nog wordt beschouwd als onderdeel van de EU. Hierdoor blijft het huidige fiscale regime voorlopig van toepassing. Daarnaast wil hij ook overgangsrecht voor bedrijven, bijvoor-beeld wat betreft de fiscale eenheid en bijvoorbeeld om te voorkomen dat in hetzelfde boekjaar verschillende fiscale behandeling plaatsvindt over hetzelfde feitencomplex.
Disclaimer
Hoewel bij het samenstellen van de inhoud van deze site de uiterste zorg is nagestreefd, wordt iedere aansprakelijkheid uitgesloten voor onjuistheden, onvolledigheden en eventuele gevolgen van het handelen op grond van informatie die op of via deze site (links) beschikbaar is.
Although at composing the contents of this site the extreme care has been pursued, every liability is excluded for inadequacies, incompletions and possible impact of acting on the basis of information which is on or by means of this site (links) available.