Na enkele malen uitstel is het er dan toch van gekomen. Op dinsdag 2 februari 2016 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de afschaffing van de VAR en de invoering van een nieuw stelsel van model- en voorbeeldovereenkomsten.
Per 1 mei 2016 komt de VAR (Verklaring Arbeidsrelatie) definitief te vervallen. Voortaan kan er gewerkt worden met vooraf door de Belastingdienst goedgekeurde model- en voorbeeldovereen-komsten. Wordt daadwerkelijk gewerkt volgens een dergelijke overeenkomst, dan heeft de opdrachtgever vooraf de zekerheid dat hij geen loonheffingen hoeft in te houden en te betalen.
De Belastingdienst heeft inmiddels diverse algemene modelovereenkomsten, voorbeeldovereenkomsten en individuele overeenkomsten op de site geplaatst. De komende tijd komen daar regelmatig nieuwe overeenkomsten bij.
Men mag ook werken met een eigen niet door de Belastingdienst goedgekeurde overeenkomst. Een opdrachtgever heeft dan alleen geen vrijwaring. Hij zal zelf moeten bepalen of er geen dienstbetrek-king in het spel is, anders moeten er loonheffingen worden inhouden en afgedragen over de werk-zaamheden van de opdrachtnemer.
Van 1 mei 2016 tot 1 mei 2017 geldt een gewenningsperiode. Opdrachtgevers en opdrachtnemers krijgen een jaar de tijd om hun werkwijze aan te passen aan de werkwijze zoals opgenomen in een model- of voorbeeldovereenkomst. Tot 1 mei 2017 hebben beiden een inspanningsverplichting om de arbeidsrelatie zo vorm te geven dat er buiten dienstbetrekking wordt gewerkt.
Fiscaal vriendelijk rijden. Is dat nog mogelijk nu wederom de autobelastingen voor 2016 zijn aangescherpt? Het kan nog steeds, maar de voordelen worden wel steeds minder.
Voor de meeste auto's van de zaak waar ook privé mee wordt gereden, geldt een standaardbijtelling van 25% van de cataloguswaarde (inclusief btw en BPM). Voor zuinige auto's gelden echter lagere bijtellingspercentages. Daarbij geldt dat hoe zuiniger de auto is (hoe minder CO2-uitstoot), des te lager de bijtelling wordt. Ook in 2016 zijn de CO2-grenzen weer verder aangescherpt. In 2017 worden weer wijzigingen verwacht. De wijzigingen in de autobelastingen voor de periode 2017 tot en met 2020 zijn opgenomen in een wetsvoorstel.
Het aanscherpen van de CO2-grenzen heeft niet tot gevolg dat u elk jaar met een nieuw bijtellingspercentage wordt geconfronteerd. Een vastgesteld percentage blijft gedurende 60 maanden geldig. Pas na deze periode wordt het percentage opnieuw vastgesteld.
Voor ondernemers in de inkomstenbelasting blijft de bijtelling beperkt tot maximaal het bedrag dat in een jaar aan autokosten ten laste van de winst is gebracht. Bereken daarom wat voor u het voordeligst is!
Wordt de auto in 2016 voor het eerst op kenteken gezet, dan gelden de volgende bijtellingspercentages en CO2-grenzen:
Soort auto |
Bijtelling |
CO2-uitstoot alle brandstofsoorten |
Nulemissie |
4% |
0 |
Zéér zuinig |
15% |
1 t/m 50 |
Zuinig |
21% |
51 t/m 106 |
Overig |
25% |
vanaf 107 |
Uit het wetsvoorstel komt naar voren dat de plannen zijn om vanaf 2017 de standaardbijtelling vast te stellen op 22%. Voor auto's zonder CO2-uitstoot is dan een bijtelling van 4% gepland. Auto's met een CO2-uitstoot van 1 tot en met 50 gr/km worden geconfronteerd met een stapsgewijze verhoging van de bijtelling van 17% in 2017 en 19% in 2018 tot 22% vanaf 2019.
Voor een nieuwe auto gelden in 2017, als het wetsvoorstel wordt aangenomen, de volgende bijtellingspercentages en CO2-grenzen:
Soort auto |
Bijtelling |
CO2-uitstoot alle brandstofsoorten |
Nulemissie |
4% |
0 |
Vrijwel nulemissie |
17% |
1 t/m 50 |
Overig |
22% |
vanaf 51 |
Tip:
Het is minder aantrekkelijk om in 2016 een nieuwe auto van de zaak aan te schaffen met een CO2-uitstoot vanaf 107 gr/km. Bij aanschaf van een dergelijke auto in 2016, krijgt u te maken met een bijtelling van 25%. Schaft u dezelfde auto nieuw aan in 2017 dan bedraagt de bijtelling volgens het wetsvoorstel 22%.
De plannen vanaf 2019 zijn om de standaardbijtelling op 22% te handhaven. Alleen auto's zonder CO2-uitstoot krijgen dan volgens de plannen nog een lagere bijtelling. Deze bedraagt vanaf 2019 dan 4% tot een catalogusprijs van € 50.000 en 22% voor zover de catalogusprijs hoger is. Voor waterstofpersonenauto's geldt volgens de plannen een bijtelling van 4% ongeacht de catalogusprijs van de auto.
Motorrijtuigenbelasting
De hoogte van de motorrijtuigenbelasting (MRB) is afhankelijk van een aantal factoren, waaronder de CO2-uitstoot van uw auto. Voor personenauto's met een CO2-uitstoot van 0 gr/km geldt in 2016 een vrijstelling. Voor personenauto's met een CO2-uitstoot van maximaal 50 gr/km gold in 2015 nog een vrijstelling MRB. Vanaf 2016 betaalt u voor deze auto's echter een halftarief (dat wil zeggen de helft van het tarief dat voor een gewone personenauto geldt).
BPM
Als uw auto op kenteken wordt gezet, wordt BPM geheven. Deze BPM zorgt er mede voor dat auto's in Nederland duur zijn. De hoogte van de BPM is voor personenauto’s gebaseerd op de CO2-uitstoot. In 2016 geldt alleen nog een vrijstelling BPM voor auto's met een CO2-uitstoot van 0 gr/km. Deze vrijstelling geldt ook nog in 2017. Voor personenauto's waarvoor geen vrijstelling geldt, is de BPM hoger naarmate de CO2-uitstoot groter is.
Tip:
Ondernemers kunnen voor een bestelauto een beroep doen op een vrijstelling BPM. De belangrijkste voorwaarde is dat meer dan 10% van de jaarlijks gereden kilometers zakelijke kilometers zijn.
Terug naar boven | Terug naar Nieuws
Crisisheffing blijft intact
De Hoge Raad heeft recent in twee zaken een eindoordeel gegeven over de crisisheffing 2013 en 2014. Ondanks dat deze werkgeversheffing wel wat haken en ogen kende, blijft de regeling in stand.
De crisisheffing was een heffing die in 2013 en 2014 werd geheven van werkgevers die werknemers in dienst hadden die in het daaraan voorafgaande jaar een loon genoten hoger dan € 150.000. De heffing bedroeg 16% van het deel van het loon boven € 150.000.
Bezwaar over terugwerkende kracht
Er is destijds veel bezwaar gemaakt tegen de crisisheffing. Een belangrijk bezwaar was de terugwerkende kracht van de maatregel. Zo werd de crisisheffing voor 2013 aangekondigd op 25 mei 2012 terwijl deze wel betrekking had op het loon genoten over héél 2012, dus ook over de periode vóór 25 mei 2012. Dat de crisisheffing - die eenmalig zou zijn - mogelijk toch met een jaar zou worden verlengd naar 2014, werd voor het eerst aangegeven door het kabinet op 1 maart 2013 en uiteindelijk pas op Prinsjesdag 2013 definitief bevestigd. Dat terwijl de crisisheffing 2014 gold voor het genoten loon over héél 2013.
Dringende redenen
De Hoge Raad oordeelt nu dat de wetgever destijds voldoende specifieke en dringende redenen had om de crisisheffing in te voeren. Nederland kampte toen met ernstige begrotingsproblemen. Als een van de oplossingsmaatregelen heeft de wetgever gekozen voor een eenvoudig, goed uitvoerbare regeling. Daarmee is ook de terugwerkende kracht van de crisisheffing voldoende gerechtvaardigd.
Einde proefprocedures?
Met dit eindoordeel laat de Hoge Raad de crisisheffing in stand. Dat betekent het mogelijke einde van veel gestarte proefprocedures. Het kan zijn dat in enkele individuele procedures de Hoge Raad nog tot een ander oordeel komt als de crisisheffing voor de procederende werkgever heeft geleid tot een individuele en buitensporige last.
Terug naar boven | Terug naar Nieuws
Geld verdienen met innovatie
Hoe kunt u uw producten, diensten en processen verbeteren? Hoe kunt u inspelen op nieuwe vragen vanuit de markt? Innovatie is uw sleutel tot succes.
Eén van de belangrijkste fiscale stimuleringsregelingen voor innovatie is de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO). Met de WBSO kunt u de loonkosten voor speur- en ontwikkelingswerk (S&O) binnen uw bedrijf verlagen, maar ook de overige S&O-kosten en uitgaven. Tot 2016 vielen deze overige kosten en uitgaven overigens nog onder de RDA (Research & Developmentaftrek). Met ingang van dit jaar zijn de WBSO en de RDA samengevoegd tot een regeling: WBSO.
Ook als zelfstandig ondernemer kunt u onder voorwaarden gebruik maken van de WBSO.
Welke projecten komen in aanmerking?
Onder de WBSO vallen met ingang van 2016 twee soorten projecten:
ontwikkeling van (onderdelen van) technisch nieuwe fysieke producten, fysieke productieprocessen of programmatuur, technisch-wetenschappelijk onderzoek.
Wat levert het op?
De S&O-afdrachtvermindering bedraagt in 2016 32% van de totaal gemaakte S&O-(loon)kosten voor zover deze niet meer bedragen dan € 350.000, en 16% over de resterende S&O-(loon)kosten. Er geldt geen maximum meer voor de S&O-afdrachtvermindering.
Heeft u in de afgelopen jaren een RDA-beschikking gehad voor een 20%-deel van S&O-uitgaven van € 1 miljoen of meer, dan geldt een overgangsregeling. Deze resterende 20%-delen mag u in de komende kalenderjaren nog opvoeren onder de nieuwe samengevoegde WBSO-regeling.
De S&O-aftrek voor de ondernemer bedraagt in 2016 € 12.484. Omdat de RDA als zelfstandige innovatieregeling is komen te vervallen, is hiervoor ook geen aanvullende S&O-aftrek meer mogelijk in de inkomstenbelasting.
Is de verschuldigde loonheffing in een aangiftetijdvak niet voldoende om een evenredig deel van de S&O-afdrachtvermindering te kunnen verrekenen, dan mag u een restant verrekenen met andere aangiftetijdvakken die vallen in het kalenderjaar waarop de S&O-verklaring betrekking heeft.
Alle informatie over de WBSO vindt u terug op de website www.rvo.nl.
Innovatiebox in de vennootschapsbelasting
Heeft u voor uw eigen innovatie een S&O-verklaring of een octrooi ontvangen en onderneemt u in de vennootschapsbelasting, dan is de innovatiebox wellicht interessant voor u. De winsten die u maakt met innovatieve activiteiten kunt u onderbrengen in de innovatiebox. U betaalt dan aanzienlijk minder belasting. Er zijn plannen om het innovatieboxregime in te perken. De komende maanden volgt meer duidelijkheid.
Financieringsregelingen voor innovatie
Naast de WBSO en de innovatiebox, zijn er nog andere regelingen, zoals de garantieregeling, waardoor u, door garantstelling door de overheid, makkelijker krediet kunt krijgen (kijk ook op www.rvo.nl). Naast voornoemde regelingen zijn er ook subsidies. Het is al met al een behoorlijke lastige materie. Neem daarom vooral contact met ons op.
Terug naar boven | Terug naar Nieuws
Nieuwsberichten
Boete voor personeel inlenen?
Als u weleens personeel inleent voor uw onderneming loopt u het risico op hoge boetes. U kunt aansprakelijk worden gesteld voor de door de uitlener te betalen afdracht van loonheffingen en btw als u de zaken niet goed geregeld heeft. Ook moet u ervoor waken dat u met een geregistreerde uitlener zaken doet (www.waadicheck.nl).
Van inlenen is sprake als personeel dat in dienst is bij een andere ondernemer in uw onderneming onder uw leiding of toezicht werkzaamheden verricht. De andere ondernemer kan een uitzendbureau zijn, maar bijvoorbeeld ook een collega-ondernemer die zijn personeel (tijdelijk) aan u uitleent.
Afdrachtvermindering onderwijs ook bij deelkwalificaties
De Belastingdienst is onlangs in het ongelijk gesteld in een belangrijke zaak over de afdrachtvermindering onderwijs. Deze afdrachtvermindering is namelijk ook van toepassing bij deelkwalificaties, aldus de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft namelijk onlangs geoordeeld dat de afdrachtvermindering onderwijs niet alleen kon worden toegepast bij het volgen van een (volledige) beroepsopleiding, maar ook wanneer een onderdeel van de opleiding (deelkwalificatie) werd gevolgd. Voor toepassing van de afdrachtvermin-dering onderwijs was dus voldoende dat een werknemer de beroepspraktijkvorming van een bepaalde beroepsopleiding volgde.
De Belastingdienst is ervan uitgegaan dat de afdrachtvermindering niet van toepassing is ingeval van deelkwalificaties en heeft dusdanig bedrijven gecontroleerd. Nu de Belastingdienst in het ongelijk is gesteld, heeft u mogelijk recht op een teruggaaf wanneer u van de Belastingdienst een naheffings-aanslag heeft ontvangen. U moet dan wel tijdig bezwaar hebben gemaakt tegen die naheffingsaanslag.
€ 80 miljoen voor energiezuinige koopwoning
Het kabinet stelt € 80 miljoen beschikbaar voor subsidies aan huiseigenaren. Particulieren en verenigingen van eigenaren (VvE’s) kunnen hiermee hun koopwoningen energiezuiniger maken.
De subsidie wordt alleen gegeven als er meerdere energiebesparende maatregelen of een combinatie van energiebesparende maatregelen worden genomen. Voor een enkelvoudige maatregel geldt dus geen subsidie, omdat men ervan uitgaat dat mensen één energiebesparende maatregel ook wel zonder subsidie zullen nemen.
De subsidie kan niet worden gebruikt voor duurzame opwekking van energie, zoals zonnepanelen. Voor de zomer zullen de precieze voorwaarden van de maatregelen bekend worden gemaakt.
Bezwaar tegen btw privégebruik auto niet opnieuw nodig
Heeft u in het verleden bezwaar gemaakt tegen de aangegeven btw over het privégebruik van de auto, dan is opnieuw bezwaar maken voor 2015 niet nodig.
Ondernemers die de auto van de zaak ook privé gebruiken, moeten in de laatste btw-aangifte over 2015 de btw over dit privégebruik aangeven en betalen. Die jaarlijkse btw-correctie voor de auto van de zaak staat al enige jaren ter discussie.
De Belastingdienst heeft aangegeven dat ondernemers die bezwaar hebben gemaakt tegen de aangegeven btw voor het privégebruik van de auto over 2011, 2012, 2013 of 2014, dit voor 2015 niet opnieuw hoeven te doen. De Belastingdienst neemt het bezwaar namelijk ook automatisch voor 2015 in behandeling. Twijfelt u of er de afgelopen jaren bezwaar is gemaakt, neem dan contact met ons op.
Ondernemingsraad krijgt meer invloed op pensioenregeling
De ondernemingsraad (OR) krijgt in de toekomst meer invloed op de pensioenregeling van werknemers. Hiervoor is onlangs een wetsvoorstel ingediend. Het is de bedoeling dat de OR in de toekomst het recht krijgt om wel of niet akkoord te gaan met een wijziging van een pensioenregeling. De OR heeft nu alleen instemmingsrecht als een werkgever een pensioenregeling wil vaststellen of intrekken.
De OR krijgt geen instemmingsrecht als de pensioenafspraken al inhoudelijk zijn geregeld in bijvoorbeeld een cao of als de pensioenovereenkomst is ondergebracht bij een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds. De keuze voor een bepaalde pensioenuitvoerder blijft bij de werkgever. Daar heeft de OR geen zeggenschap over. Let wel, dit is nog een wetsvoorstel dat bij de Tweede Kamer ligt.
Maak gebruik van uw premiekortingen
Ook in 2016 heeft u voor bepaalde werknemers misschien recht op premiekortingen. Hiermee verlaagt u de te betalen loonheffingen. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een reken-hulp ontwikkeld waarmee u kunt controleren of u recht heeft op deze kortingen.
Met behulp van de rekenhulp kunt u beoordelen of u recht heeft op de premiekorting oudere werk-nemer, de premiekorting arbeidsgehandicapte werknemer of de premiekorting jongere werknemer.
De rekenhulp geeft antwoord op de vraag of u recht heeft op een premiekorting, hoe hoog deze in uw geval is, hoe lang u de korting kunt toepassen en hoe u deze moet toepassen.
Terug naar boven | Terug naar Nieuws