Tips en Adviezen in 2003 t/m 2006

Tips voor de particulier

1. Wanneer u voornemens bent een schenking aan uw kind te doen, mag niet vergeten worden dat hierover schenkingsrecht verschuldigd kan zijn. Een uitzondering hierop is de jaarlijkse schenkingsvrijstelling ad € 4.243 (2004) en de eenmalige vrijstelling van € 21.209 (2004). Deze eenmalige vrijstelling is echter alleen van toepassing wanneer uw kind tussen de 18 en de 35 jaar oud is. Wanneer uw kind buiten deze leeftijdscategorie valt, maar zijn echtgenoot of partner (in de zin van artikel 24, tweede lid, letter a, SW 1956) niet, kan de eenmalige vrijstelling toch worden benut, omdat echtgenoten en partners in het geval van schenking op grond van artikel 26 SW 1956 als één en dezelfde persoon worden beschouwd.

2. Met name voor vermogende echtparen op leeftijd, die niet in gemeenschap van goederen gehuwd zijn, kan het raadzaam zijn alsnog een goederengemeenschap aan te gaan. Door het aangaan van de goederengemeenschap kan 50% van het vermogen van de ene echtgenoot zonder heffing van successierecht overgaan naar de andere echtgenoot. Dit kan leiden tot aanzienlijke besparing op de te betalen successierechten bij het overlijden van de echtgenoot die voor het aangaan van de huwelijksgemeenschap het meest vermogend was. Het is erg belangrijk zich te realiseren dat de vermogensovergang pas plaatsvindt op het moment van inschrijving van de huwelijksgemeenschap in de registers.

3. Bij het doen van giften aan bijvoorbeeld een kerkelijke instelling of een goed doel, welke geen periodieke giften zijn, kan het gebeuren dat u de drempel (1% van het verzamelinkomen voor toepassing van de persoonsgebonden aftrek, doch minimaal € 60) net niet haalt, met als gevolg dat de giften niet aftrekbaar zijn. In dergelijke gevallen is het raadzaam om giften niet eenmaal per jaar te doen, maar eens in de twee jaar. Wanneer het totaal van de giften echter meer dan 10% van het verzamelinkomen vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek bedraagt, is het gedeelte boven deze 10% niet aftrekbaar. In dit geval is het dus nuttig om de giften te spreiden over meer dan één jaar.

4. Omdat de werkelijke arbeidskosten niet meer kunnen worden afgetrokken, doet een werknemer er goed aan samen met zijn werkgever te overleggen of er wellicht onbelaste kostenvergoedingen mogelijk zijn. Mocht hij daar een deel van zijn brutoloon voor willen inruilen, dan moet hij zich wel realiseren dat dit gevolgen heeft voor zijn pensioenaanspraken en voor een eventuele werkloosheids- of arbeidsongeschiktheidsuitkering.

5. Wanneer u slechts een deel van het kalenderjaar voldoet aan de voorwaarden voor het fiscale partnerschap, is het toch mogelijk om te worden belast alsof u het hele jaar een partner heeft gehad. Die regeling geldt niet altijd, maar in ieder geval wel voor het inkomen dat samenhangt met de eigen woning. Wie gebruik wil maken van deze mogelijkheid, moet daarom verzoeken bij het indienen van zijn aangifte of bij een verzoek om voorlopige teruggaaf.

6. Voor koppels waarvan beiden de eigen woning nog hebben aangehouden, kan het gunstig zijn om niet te kiezen voor het fiscale partnerschap en vooralsnog op het eigen adres ingeschreven te blijven. Ieder kan dan voor zijn woning de eigenwoningregeling toepassen. Dat is vooral aantrekkelijk als op beide woningen nog een flinke hypotheekschuld rust en beiden een relatief hoog inkomen hebben.

7. Wanneer zeker is dat u, om wat voor reden dan ook, een pensioentekort heeft, kunt u gebruik maken van de jaarruimteaftrek voor lijfrentepremies ter aanvulling op het pensioen. De jaarruimte die in een bepaald jaar niet is gebruikt, mag worden doorgeschoven naar een volgend jaar; dit wordt de reserveringsruimte genoemd. Dat kan tot ten hoogste zeven jaar later. Men zou dus in theorie eens in de zeven jaar in één keer de jaarruimte van de voorgaande zeven jaar kunnen benutten. Maar pas op: de reserveringsruimte mag in één en hetzelfde jaar nooit meer dan 17% van de premiegrondslag bedragen, en in elk geval niet meer dan € 6097. Voor zover men ook nog redelijk wat aan pensioenaanspraken opbouwt, zal dat zo'n vaart niet lopen; wat er daardoor aan jaarruimte overblijft, is waarschijnlijk zo gering dat zeven jaar doorschuiven nog wel binnen die grens van 17% en onder genoemd maximum blijft. Als men overigens 55 jaar of ouder is, dan geldt een hoger maximum. Weliswaar bedraagt de reserveringsruimte dan eveneens maximaal 17%, maar het absolute maximum ligt dan op € 12.045.

8. Let er overigens op, dat wanneer u naast een jaarruimte ook nog een reserveringsruimte heeft, dat u allereerst de reserveringsruimte benut. Dit om te voorkomen dat reserveringsruimte door tijdsverloop verloren gaat.

9. Wie een auto van de zaak heeft, kan vrijwel zeker rekenen op een stukje jaarruimte. De werkgever houdt bij de toekenning van de pensioenaanspraken namelijk geen rekening met die auto. Terwijl die auto wel tot een bijtelling in de inkomstenbelasting leidt, waardoor de jaarruimte groter wordt; men mag dan immers 17% van een hoger inkomen nemen.

10. Uw werkgever kan bijzondere ziektekosten belastingvrij vergoeden. Wanneer u dus voornemens bent om bijvoorbeeld een ooglaser-behandeling of een tandcorrectie te ondergaan, is het raadzaam om te overleggen met uw werkgever of hij enigszins tegemoet zou willen komen in de kosten.

11. Indien u eigenaar bent van een historische buitenplaats die als beschermd monument is aangemerkt, en u wilt herstelwerkzaamheden laten verrichten aan onderdelen van de parken of tuinen van deze historische buitenplaats, dan kunt u in aanmerking komen voor subsidie op grond van de Regeling herstel historische buitenplaatsen. De subsidie kan worden aangevraagd bij LASER (tel.: 0800 2233322) te Den Haag met gebruikmaking van het daarvoor bestemde formulier.